Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ2743

Datum uitspraak2006-11-14
Datum gepubliceerd2006-11-22
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200605232/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 22 februari 2006 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het bestemmingsplan "Maaspoort-Oud Empel" vastgesteld.


Uitspraak

200605232/2. Datum uitspraak: 14 november 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoekers], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, verweerder. 1.    Procesverloop Bij besluit van 22 februari 2006 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het bestemmingsplan "Maaspoort-Oud Empel" vastgesteld. Bij besluit van 27 juni 2006, kenmerk 1175302/1204999 heeft verweerder beslist over de goedkeuring van het plan. Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekers bij brief van 17 augustus 2006, bij de Raad van State ingekomen op 21 augustus 2006, beroep ingesteld. Bij brief van 17 augustus 2006, bij de Raad van State ingekomen op 21 augustus 2006, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 30 oktober 2006, waar verzoekers, in de persoon van [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door mr. ing. J.H.M. van Cuyck zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch, vertegenwoordigd door G.J.A. Meulendijks, ambtenaar van de gemeente. 2.    Overwegingen 2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2.    Verzoekers stellen dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan de bestemming "Verkeer en verblijf" voor de Maasboulevard/Empelsedijk, gelegen tussen Treurenburg en de Empelse Schans. Naar hun mening was doorgaand gemotoriseerd verkeer op delen van de dijk onder de vigerende bestemmingsplannen niet toegestaan. Door inwerkingtreding van het plan zal de verkeerssituatie ter plaatse onveiliger worden. Het treffen van verkeersmaatregelen zal hieraan onvoldoende tegemoet komen, aldus verzoekers. 2.3.    Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is de Voorzitter gebleken dat het gebruik van de Empelsedijk voor doorgaand gemotoriseerd verkeer op grond van de geldende bestemmingsplannen reeds toegestaan is op basis van een verkeersbestemming, dan wel op basis van overgangsrecht. De inwerkingtreding van het plan brengt derhalve geen wijziging in de feitelijke verkeerssituatie. 2.4.    De beoordeling van het inmiddels genomen verkeersbesluit met betrekking tot de Empelsedijk valt buiten het kader van de onderhavige procedure. 2.5.    Gelet op het vorenstaande bestaat geen spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening, zodat het verzoek dient te worden afgewezen. 2.6.    Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding. 3.    Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van Staat. w.g. Hoekstra      w.g. Broekman Voorzitter     ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 14 november 2006 12-521.